Ons historisch erfgoed staat onder grote druk. Ambachten zijn met uitsterven bedreigd, de financiële last is zwaar, de voeling met de jeugd is zoek en er is veel onduidelijk- en onwetendheid over de juiste energetische renovatietechnieken. Claude Nijs, voorzitter van de vakgroep Erfgoedrestauratie (FABA) én zaakvoerder van restauratie- en conservatiespecialist  P.NIJS sprak met Véronique de Limburg Stirum. Zij is de nieuwe voorzitter van de Koninklijke Vereniging der Historische Woonsteden en Tuinen van België (HWT). En als beheerder van het Adornesdomein te Brugge heeft zij ook vanuit de praktijk een klare kijk op de erfgoedsituatie in ons land. “Zowel wat het vakmanschap als de liefde voor erfgoed betreft, moeten we de jeugd bereiken”, klinkt het in koor.

Mijnheer Nijs, kan u ons iets meer vertellen over het belang van Erfgoed in het algemeen en de oprichting van uw Vakgroep in het bijzonder?

De overheid, via de aannemers, is het aan zichzelf verplicht om dit deels geklasseerd erfgoed te onderhouden en te restaureren met het oog op kwaliteit. Daarnaast beschikken talrijke privépersonen en bedrijven over goederen met een onmiskenbare patrimoniale waarde. De vakgroep Erfgoedrestauratie wil daaraan bijdragen en stelt zich op als een constructieve partner voor allen die onze culturele rijkdom willen verduurzamen.

Claude Nijs: “De vakgroep is ontstaan uit een bekommernis die al langer leeft binnen de erfgoedsector. De bouwwereld is een huis met enorm veel kamers. Erfgoedrestaurateurs zijn maar een kleine groep binnen dat geheel en zij voelden de noodzaak om nauwer samen te werken en zo meer slagkracht te genereren. Als voorzitter van de vakgroep zal ik mij vooral focussen op het garanderen van kwaliteit, opleidingen en zeker ook die nood aan samenwerken. Want het zijn niet alleen de aannemers die momenteel niet verenigd zijn, het hele erfgoedveld is versnipperd.”

Mevrouw de Limburg Stirum, hoe bent u in de erfgoedwereld gerold?

“Ik ben handelsingenieur van opleiding en had eerst een carrière in de banken- en verzekeringssector. Na een onderbreking stond ik professioneel op een keerpunt en nam ik het beheer van het Adornesdomein op mij. Een totaal andere sector en ik was wat wantrouwig, maar ik heb toch de sprong gewaagd. In een paar maanden tijd groeide er een enorme passie voor erfgoed en intussen zorg ik al bijna twintig jaar voor het domein.”

Wat heeft u in die 20 jaar geleerd?

“Vooral dat het enorm belangrijk is om van vele markten thuis te zijn. Boekhouding, juridische zaken, renovatiewerken, een museum opstarten … bij het beheer van erfgoedpatrimonium komt enorm veel kijken. Wat renovatiewerken betreft, heeft het Adornesdomein sinds 2009 een permanente werf, op uitzondering van enkele hele korte periodes na. Er is altijd wel iets wat renovatie- of restauratieaandacht vraagt. Sinds 2016 ben ik ook bestuurder van de HWT, waar ik in juni dit jaar het voorzitterschap op mij nam.”

De vakgroep Erfgoedrestauratie wil vooral de krachten binnen de erfgoedsector bundelen. Wat is het hoofddoel van de HWT?

“Onze belangrijkste bezorgdheid is erfgoed bewaren en doorgeven op een duurzame manier. We focussen op zowel historisch erfgoed als privébezit. De eigenaars willen we bijstaan bij de bewaring, het doorgeven en soms ook promoten van hun erfgoed. Daarnaast informeren we over regelgeving en technische aspecten, bijvoorbeeld aan de hand van ons magazine. Voor onze leden zijn we een gids doorheen het kluwen dat de erfgoedsector is.” 

De bouwsector kreunt al jaren onder een tekort aan arbeidskrachten. Een situatie die voor de erfgoed- en restauratiesector mogelijks nog penibeler is gezien de tanende aandacht vakmanschap en ambachten?

Claude Nijs: “Het beschermen van de ambachten is ongetwijfeld de grootste uitdaging die momenteel op tafel ligt. De waarde van erfgoed is onschatbaar maar dat geldt evengoed voor het vakmanschap dat onontbeerlijk is om ons patrimonium te onderhouden. In die ambachten zit een menselijkheid. In mijn bedrijf hebben we het over kennis, fierheid en respect. De resultaten van goed vakmanschap kunnen ons ontroeren. Waarom? Omdat wie er met kennis naar kijkt, beseft  dat vaklui een aanzienlijke tijdsinvestering en toewijding in hun vak steken, hun hart en ziel in hun werk leggen. Als we dat (opnieuw wat meer zouden) waarderen maken we verbinding tussen mensen. Is er iets mooier?”

Véronique de Limburg Stirum: “Ik kan niet anders dan het daar volmondig mee eens zijn. De grootste fout die we kunnen maken is de toekomst van ons erfgoed bedreigen door de ambachten te verwaarlozen. De relatie met handenarbeid is doorheen de tijd enorm vertroebeld en dat wordt nu betreurd. Het is cruciaal om die relatie nieuw leven in te blazen en daarvoor zullen we vooral jongeren moeten stimuleren en warm maken voor ambachten en erfgoed. Als er steeds meer erfgoed verdwijnt of verkommert, wordt de markt kleiner en zal ook de interesse en het aanbod op het vlak van opleidingen verder krimpen. Die vicieuze cirkel moeten we doorbreken.”

Kunnen de vakgroep Erfgoedrestauratie en HWT de krachten bundelen in die uitdaging?

Claude Nijs: “Voor beide organisaties is het versterken van de band met de jongere generaties cruciaal, maar de insteek is wel anders. Terwijl wij vooral focussen op opleiding en ambachten is het bij de HWT ook een emotioneel gegeven. Kinderen of kleinkinderen van eigenaars moeten geënthousiasmeerd worden om de toch wel zware taak van het rentmeesterschap over hun erfgoed op te nemen.”

Véronique de Limburg Stirum: “Dat doorgeefaspect is inderdaad zeer belangrijk. Beschermde gebouwen worden vaak laat overgedragen of geërfd. En de skills die je nodig hebt om erfgoed volgens de regels te beheren, zijn uitdagend. We willen jonge generaties sneller in aanraking laten komen met privé-erfgoed en alles wat erbij hoort, maar dat is niet evident aangezien het zich binnen de privésfeer afspeelt.”

Het werd al enkele keren aangehaald: voor eigenaars van erfgoed is het niet simpel om het bos door de bomen te zien op het vlak van administratie en regelgeving. Tegelijkertijd wordt de bouwwereld overspoeld door een ecologische golf. Is de erfgoedsector hier klaar voor?

Claude Nijs: “Ook dit is geen evident verhaal. We moeten vooral zorgen dat we de term duurzaamheid een juiste invulling geven. Historische gebouwen die al decennialang staan, worden als minder duurzaam beschouwd terwijl het net duurzaam is dat ze zo lang standhouden. Wat betreft energetische ingrepen of renovaties heerst er momenteel veel onzekerheid. We moeten vermijden dat we nu gebouwen die hun duurzaamheid al eeuwen bewijzen plots overladen met technieken waarvan we binnen 10 of 20 jaar moeten vaststellen dat het toch niet de juiste keuze was. 

Véronique de Limburg Stirum: “Er wordt inderdaad te snel een oplossing opgelegd, die op termijn misschien nefast lijkt. We mogen zeker geen overhaaste beslissingen nemen. Ook de wetgeving slaat de bal deels mis. De EPC-wetgeving is gebaseerd op mensen die in appartementen en kleine huizen wonen. Dit is niet representatief voor een kasteel, waar sowieso minder verwarmd wordt en waar je leert om alle deuren te sluiten. Regelgeving zou dus beter rekening houden met het exacte verbruik, in plaats van algemene regels op te stellen. Wat energievoorziening betreft, kan geothermie een oplossing zijn voor bijvoorbeeld openbare ruimtes. Maar garanties zijn er momenteel niet en vraagtekens des te meer. Daarom hanteer ik nog altijd de volgende strategie: hoe langer ik kan wachten met beslissen, hoe beter.”

En uiteraard is er ook het financiële aspect. Erfgoed onderhouden is duur.

Véronique Van Limburg Stirum: “Alles wordt duurder, wat logisch is want de specifieke vakkennis wordt schaarser. Het is die vicieuze cirkel waarover ik sprak. Een verlaging van de btw tot 6 procent voor alle erfgoed, dus ook kapelletjes bijvoorbeeld, zou al een stap in de goede richting zijn. Niet alleen de jeugd, maar ook overheden moeten weer meer voeling krijgen met erfgoed en renovatie- en restauratiewerken bestellen. Dat kan dan weer een boost geven aan onze ambachten. Het is een neverending story, maar het is meer dan ooit tijd om die negatieve spiraal om te keren.”

Claude Nijs: “Of we versterken elkaar of ons erfgoed brokkelt verder af. Het is geen makkelijk verhaal. We leven momenteel in een maatschappij waar zowel jongeren als niet-jongeren op zoek zijn naar quick wins, laaghangend fruit om snel geld te verdienen, zonder al te veel inspanning. We moeten onze leden, de jeugd en bij uitbreiding het grote publiek overtuigen dat er veel meer is dan de financiële waarde van iets. Erfgoed gaat over gevoel, fierheid, zelfontwikkeling en identiteit. En dat moet opnieuw aangewakkerd worden.”